Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Bausch:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bausch (Duits) in het Engels

Bausch:

Bausch [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bausch (Garbe; Bund; Busch; Bündel; Büschel)
    the bunch; the bundle; the sheaf; the wad
    • bunch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bundle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sheaf [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wad [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Bausch (kleine und dicke Person; Pfropf; Fettsack; )
    the mite; the fat person
    • mite [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fat person [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Bausch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bunch Bausch; Bund; Busch; Bündel; Büschel; Garbe Ansammlung; Berg; Haufen; Horde; Klumpen; Menge; Schar; Truppe; Zusammenrottung; bestimmter Menge
bundle Bausch; Bund; Busch; Bündel; Büschel; Garbe Bündel; Einzelvorgangsbündel; Paket
fat person Bausch; Dickerchen; Dickwanst; Dreckskerl; Fettsack; Fettsäcke; Kugel; Pfropf; kleine und dicke Person
mite Bausch; Dickerchen; Dickwanst; Dreckskerl; Fettsack; Fettsäcke; Kugel; Pfropf; kleine und dicke Person Zecke
sheaf Bausch; Bund; Busch; Bündel; Büschel; Garbe
wad Bausch; Bund; Busch; Bündel; Büschel; Garbe Watt
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bundle Einzelvorgänge bündeln; bündeln; zusammenballen; zusammenstellen