Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Besorgtheit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Besorgtheit (Duits) in het Engels

Besorgtheit:

Besorgtheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Besorgtheit (Besorgnis)
    the concern; the worry; the anxiety; the uneasiness; the alarm
    • concern [the ~] zelfstandig naamwoord
    • worry [the ~] zelfstandig naamwoord
    • anxiety [the ~] zelfstandig naamwoord
    • uneasiness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • alarm [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Besorgtheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alarm Besorgnis; Besorgtheit Abscheu; Alarm; Alarmanlage; Bestürztheit; Bestürzung; Entsetzen; Furcht; Notsignal; Schreck; Schrecken; Weckton
anxiety Besorgnis; Besorgtheit Angst; Bangigkeit; Furcht; Scheu; Ängstlichkeit
concern Besorgnis; Besorgtheit Betreuung; Betrieb; Einrichtung; Firma; Fürsorge; Genossenschaft; Geschäftsbetrieb; Gesellschaft; Gesellschaftsfirma; Handelsgeschäft; Handelsgesellschaft; Handelsunternehmen; Holding; Holdinggesellschaft; Konzern; Krankenpflege; Pflege; Sorge; Unternehmen; Versorgung
uneasiness Besorgnis; Besorgtheit
worry Besorgnis; Besorgtheit Betreuung; Einrichtung; Fürsorge; Grübelei; Kopfzerbrechen; Krankenpflege; Mühe; Mühsal; Pflege; Plackerei; Sorge; Versorgung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alarm Sorgen machen; alarmieren; beängstigen; entsetzen; erschrecken; sorgen
concern Belange haben; angehen; anrühren; antun; berühren; besiegen; betreffen; bewegen; erregen; gehen um; rühren; schlagen; treffen
worry besorgt sein; brüten; grübeln; hin und her überlegen; in Sorge seein; nachdenken; sich abmühen; sich abquälen