Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Besserwisser:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Besserwisser (Duits) in het Engels

Besserwisser:

Besserwisser [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Besserwisser (Naseweis)
    the smarty-pants; the smart-alec; the know-it-all

Vertaal Matrix voor Besserwisser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
know-it-all Besserwisser; Naseweis
smart-alec Besserwisser; Naseweis
smarty-pants Besserwisser; Naseweis

Synoniemen voor "Besserwisser":


Wiktionary: Besserwisser

Besserwisser
noun
  1. (umgangssprachlich) Person, die immer alles besser wissen will und damit angibt
Besserwisser
noun
  1. someone who obnoxiously claims to be knowledgeable on a subject
  2. one who is particularly insolent