Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Bilanz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bilanz (Duits) in het Engels

Bilanz:

Bilanz [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Bilanz (Saldo; Überschuß)
    the balance
    • balance [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Bilanz
    the balance sheet
  3. die Bilanz
    the balance sheet
    – A statement of the financial position of an organization that reports the state of assets, liabilities, and equity on a specified date. 1

Vertaal Matrix voor Bilanz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balance Bilanz; Saldo; Überschuß Ausgeglichenheit; Ausgleichung; Balance; Besitz; Besitztum; Brückenwaage; Eigentum; Ersparnis; Gleichgewicht; Gleichgewichtzustand; Guthaben; Habe; Harmonie; Kontensaldo; Kontosaldo; Kontostand; Kredit; Saldo; Stadtwaage; Waage; Zusammenklang
balance sheet Bilanz Geschäftsbericht; Jahresabschluß; Jahresbericht; Jahresreport
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balance ausbalancieren; balancieren

Synoniemen voor "Bilanz":


Wiktionary: Bilanz

Bilanz
noun
  1. Verhältnis bzw. die Differenz zwischen einem Wert wie Ausgaben, Export etc. und einem anderen Wert wie Einnahmen, Import
  2. jährlich von Unternehmen zu erstellende Auflistung von Vermögen und Schulden
Bilanz
noun
  1. summary of assets, liabilities and equity
  2. list of credits and debits

Cross Translation:
FromToVia
Bilanz balance balans(economie) een volledige opsomming van de waarde van alle bezit en alle tegoeden en schulden meestal aan het einde van een boekjaar
Bilanz balance sheet bilan comptable — compta|fr Document qui synthétise ce que l'entreprise possède durant une année fiscale, divisé entre l’actif et le passif.

Verwante vertalingen van Bilanz