Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Bolz:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bolz (Duits) in het Engels

Bolz:

Bolz [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bolz (Schraubenmutter; Mutterbolzen)
    the bolt
    • bolt [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Bolz (Stift; Zapfen; Keil; )
    the pin; the peg; the plug
    • pin [the ~] zelfstandig naamwoord
    • peg [the ~] zelfstandig naamwoord
    • plug [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Bolz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bolt Bolz; Mutterbolzen; Schraubenmutter Blitz; Pfeil; Riegel; Schlag; Schloß; Schlucker; Stiftschraube; Strahl
peg Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen Aufhänger; Gläschen; Haken; Keil; Nauerdübel; Schnaps; Sicherungsschraube; Stehempfang
pin Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen Anstecknadel; Haarnadel; Keil; Nadel; Sicherungsschraube; Spange; Stecknadel; kleine Nadel
plug Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen Nauerdübel; Stecker
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bolt durchgehen; veuteln
pin anheften; anstecken; einpassen; festheften; feststecken; klemmen; mit einer Stecknadel befestigen; zustecken
plug abdichten; abschliessen; annoncieren; inserieren; schließen; sperren; verschließen; zumachen