Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Brotaufstrich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Brotaufstrich (Duits) in het Engels

Brotaufstrich:

Brotaufstrich [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Brotaufstrich (Brotbelag)
    the sandwich filling; the sandwich spread
    the spread
    – a tasty mixture to be spread on bread or crackers or used in preparing other dishes 1
    • spread [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Brotaufstrich:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sandwich filling Brotaufstrich; Brotbelag
sandwich spread Brotaufstrich; Brotbelag
spread Brotaufstrich; Brotbelag Festessen; Festmahl; Überfüllung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spread ausbreiten; auslegen; ausreiben; ausstreichen; ausstreuen; aussäen; austragen; ausweiten; bereitlegen; bereitstellen; dehnen; eine Nachricht austragen; erweitern; fortwuchern; streuen; verbreitern; verteilen; weiterwuchern; zurechtlegen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spread gespreitzt

Wiktionary: Brotaufstrich

Brotaufstrich
noun
  1. weiches Nahrungsmittel, das man mit einem Streichmesser auf Brot oder Brötchen auftragen kann