Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Brut:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Brut (Duits) in het Engels

Brut:

Brut [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Brut (Sprößlinge; Gezücht)
    the brood
    • brood [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Brut (Pack; Zeug; Gesindel; )
    the brooding; the brood; the sitting
    • brooding [the ~] zelfstandig naamwoord
    • brood [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sitting [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Brut (Lumpengesindel; Pack; Pöbel; )
    the scum; the riffraff; the ragtag; the rabble
    • scum [the ~] zelfstandig naamwoord
    • riffraff [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ragtag [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rabble [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. die Brut (Zucht; Gezücht)
    the rabble; the scum
    • rabble [the ~] zelfstandig naamwoord
    • scum [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Brut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brood Brut; Gelichter; Gesindel; Gezücht; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Plebs; Pöbel; Sippschaft; Sprößlinge; Zeug Jungen; Nachkommen; Nachkommenschaft; Nachwelt; junge Tieren
brooding Brut; Gelichter; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Plebs; Pöbel; Sippschaft; Zeug Grübelei; Grübeln
rabble Brut; Gesindel; Gezücht; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Pöbel; Sippschaft; Zucht Angelgerät; Ausschuß; Canaille; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Lumpengesindel; Mob; Plebs; Pöbel; Schund; Sippschaft
ragtag Brut; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Pöbel; Sippschaft Angelgerät; Ausschuß; Canaille; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Lumpengesindel; Mob; Plebs; Pöbel; Schund; Sippschaft
riffraff Brut; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Pöbel; Sippschaft Angelgerät; Canaille; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Lumpengesindel; Plebs; Pöbel; Sippschaft
scum Brut; Gesindel; Gezücht; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Pöbel; Sippschaft; Zucht Abschaum; Angelgerät; Ausschuß; Auswurf; Canaille; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Lumpengesindel; Mob; Plebs; Pöbel; Schund; Sippschaft
sitting Brut; Gelichter; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Plebs; Pöbel; Sippschaft; Zeug Sitzung; Séance
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brood brüten; grübeln; hin und her überlegen; nachdenken; sich abmühen; sich abquälen; sinnen; überlegen
sitting sitzen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brooding grüblerisch
sitting sitzend; verbleibend

Synoniemen voor "Brut":

  • Blagen; Bälger; Kinder; Nachwuchs

Wiktionary: Brut

Brut
noun
  1. -
  2. offspring