Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Charakterzug (Duits) in het Engels

Charakterzug:

Charakterzug [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Charakterzug (Charaktereigenschaft)
    the quality; the feature
    • quality [the ~] zelfstandig naamwoord
    • feature [the ~] zelfstandig naamwoord

Charakterzug [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Charakterzug (Kennzeichen; Charaktereigenschaft)
    the character trait; the character
  2. die Charakterzug (Charaktereigenschaft; Eigenschaft; Eigenart)
    the characteristic; the trait; the feature; the streak

Vertaal Matrix voor Charakterzug:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
character Charaktereigenschaft; Charakterzug; Kennzeichen Art; Charakter; Figur; Form; Geck; Geisteskranke; Gemüt; Gestalt; Idiot; Irre; Irrsinnige; Mensch; Natur; Person; Rohling; Schlappschwanz; Schriftzeigen; Schwächling; Seele; Tollkopf; Typ; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige; Wesen; Zeichen
character trait Charaktereigenschaft; Charakterzug; Kennzeichen
characteristic Charaktereigenschaft; Charakterzug; Eigenart; Eigenschaft Besonderheit; Charakterbeschreibung; Charaktereigenschaft; Charakterisierung; Charakteristik; Charakterschilderung; Charakterskizze; Eigenart; Eigenschaft; Einschläge; Kennzeichnung; Spur
feature Charaktereigenschaft; Charakterzug; Eigenart; Eigenschaft Besonderheit; Charakterbeschreibung; Charaktereigenschaft; Charakterisierung; Charakteristik; Charakterschilderung; Charakterskizze; Eigenart; Eigenschaft; Einschläge; Funktion; Gesichtszug; Kennzeichnung; Rubrik; Spur
quality Charaktereigenschaft; Charakterzug Art; Beschaffenheit; Besonderheit; Charakterbeschreibung; Charaktereigenschaft; Charakterisierung; Charakteristik; Charakterschilderung; Charakterskizze; Eigenart; Eigenschaft; Eignung; Einschläge; Funktion; Fähigkeit; Kapazität; Können; Leistungsfähigkeit; Motorleistung; Qualität; Reichtum; Sachverstand; Spur; Tauglichkeit; Vermögen
streak Charaktereigenschaft; Charakterzug; Eigenart; Eigenschaft Blitz; Blitzlicht; Einschnitt; Federstrich; Kratzer; Pfeil; Schlag; Schlucker; Schnörkel; Strahl; Strich; Zug
trait Charaktereigenschaft; Charakterzug; Eigenart; Eigenschaft Charaktereigenschaft; Charakteristik; Eigenschaft; Merkmal
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
characteristic bezeichnend; bildhaft; charakterisierend; charakteristisch; eigen; eigenartig; eigentümlich; einheimisch; illustrativ; kennzeichnend; spezifisch; treffend; typisch
quality erstklassig

Synoniemen voor "Charakterzug":