Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Ei:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ei (Duits) in het Engels

Ei:

Ei [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ei
    the egg
    • egg [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ei:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
egg Ei

Synoniemen voor "Ei":

  • Eizelle; Ovum; Gewebezelle; Zelle

Wiktionary: Ei

Ei
noun
  1. (umgangssprachlich) meist im Plural verwendet: die Hoden
  2. eine Keimzelle
  3. unzählbar, ohne Plural: das Inneres von Eiern[2] als Nahrungsmittel
  4. ein Schalengebilde, in dem sich der Embryo oviparer Tierarten (zum Beispiel Vögel) bildet
Ei
noun
  1. slang: testicle
  2. something shaped like an egg
  3. culinary ingredient
  4. egg of domestic fowl as food item
  5. body housing an embryo
  6. (vulgar, slang) testicle
  7. testicle

Cross Translation:
FromToVia
Ei egg; ovum œuf — reproduction|fr ovule des oiseaux qui, sous une coquille, renfermer le germe animal futur, et des liquides destiner à le nourrir.

Verwante vertalingen van Ei