Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Exil:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Exil (Duits) in het Engels

Exil:

Exil [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Exil (Verbannung; Deportation)
    the banishment; the expulsion; the deportation

Vertaal Matrix voor Exil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banishment Deportation; Exil; Verbannung Beschwörung; Geisterbeschwörung; Verbannung
deportation Deportation; Exil; Verbannung Ausweisung; Deportation; Deportierung; Verschleppung
expulsion Deportation; Exil; Verbannung Abschaffung; Aufmachung; Ausdehnung; Ausschließung; Ausschluß; Aussperrung; Ausstoßung; Ausweisung; Disqualifikation; Disqualifizierung; Entfernung; Erhöhung; Erweiterung; Löschung; Steigung; Verbannung; Vergrößerung; Verjagung; Verweisung; Zunahme

Synoniemen voor "Exil":


Wiktionary: Exil

Exil
noun
  1. selbst gewählte oder aufgezwungene Verbannung
Exil
noun
  1. the state of being banished from one's home or country

Cross Translation:
FromToVia
Exil banishment; exile bannissementaction de bannir ou résultat de cette action.
Exil exile exil — État de celui que l’autorité force à vivre hors de sa patrie, ou qui s’y se résoudre lui-même.