Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Glied:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Glied (Duits) in het Engels

Glied:

Glied [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Glied (Kettenglied; Verbindungsglied; Bindeglied)
    the link
    • link [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Glied (Teil; Stück; Segment; )
    the piece; the part; the section; the segment; the portion
    • piece [the ~] zelfstandig naamwoord
    • part [the ~] zelfstandig naamwoord
    • section [the ~] zelfstandig naamwoord
    • segment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • portion [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. Glied (Gliedmaßen; Glieder; Teil)
    the limbs; the member
    • limbs [the ~] zelfstandig naamwoord
    • member [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. Glied (Gelenk)
    the joint; the articulation
  5. Glied (Kettenglied)
    the link pin
    • link pin [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Glied:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
articulation Gelenk; Glied Artikulation; Aussprache; Formulierung
joint Gelenk; Glied Gelenk; Gelenkknubbel; Joint; Reihe; Schlaufenbogen; Schweißnaht
limbs Glied; Glieder; Gliedmaßen; Teil
link Bindeglied; Glied; Kettenglied; Verbindungsglied Anschluß; Band; Beziehung; Binde; Bindung; Bündnis; Einheitlichkeit; Gemeinschaft; Konnex; Konnexion; Linienverbindung; Link; OLE/DDE-Verknüpfung; Verband; Verbindung; Verbunden sein; Verknüpfung; Vertrag; Zusammenhang
link pin Glied; Kettenglied
member Glied; Glieder; Gliedmaßen; Teil Angehörige; Dimensionselement; Element; Mitglied
part Anteil; Bruchteil; Glied; Segment; Stück; Teil; Teilchen Abschnitt; Anteil; Bestandteil; Bruchteil; Element; Portion; Ration; Segment; Steuerelementteil; Stück; Stückchen; Teil; Teilchen
piece Anteil; Bruchteil; Glied; Segment; Stück; Teil; Teilchen Abschnitt; Anteil; Artikel; Aufsatz; Brocken; Klümpchen; Publikation; Scheibe; Schnitte; Schönheit; Spielstück; Stück; Stückchen; Würfel; Würfelzucker; kleiner Brocken; schöner Mensch
portion Anteil; Bruchteil; Glied; Segment; Stück; Teil; Teilchen Abschnitt; Anteil; Beitrag; Bestandteil; Bruchteil; Eingebrachte; Einlage; Einsatz; Element; Erbe; Erbschaft; Erbstück; Erbteil; Hinterlassenschaft; Nachlaß; Portion; Ration; Segment; Stück; Teil; Teilchen; Vermächtnis
section Anteil; Bruchteil; Glied; Segment; Stück; Teil; Teilchen Abschnitt; Abteilung; Anteil; Artikel; Aufsatz; Bestandteil; Brigade; Brocken; Bruchteil; Durchmesser; Durchschnitt; Element; Geschäftsstelle; Profil; Präsentationsabschnitt; Publikation; Rubrik; Schnitt; Segment; Sekte; Sektion; Stück; Stückchen; Teil; Teilchen; Truppe; schneidender Schmerz
segment Anteil; Bruchteil; Glied; Segment; Stück; Teil; Teilchen Abschnitt; Anteil; Bestandteil; Bruchteil; Element; Kontocodesegment; Segment; Stück; Teil; Teilchen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
link Link; aneinanderkuppeln; aneinanderreihen; anschließen; fügen; knüpfen; kombinieren; koppeln; kuppeln; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; verknüpfen; verkuppeln; zusammenfügen; zusammenlegen
part abkoppeln; auflösen; aus einander spleißen; auseinandergehen; auseinanderstieben; auseinandertreiben; loskoppeln; scheiden; spleißen; splissen; trennen
segment segmentieren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
joint aneinandergereiht; angeschlossen; betrifft mehrere Personen; eine Einheit formend; gemeinsam; gemeinschaftlich; verbunden; zusammenhängend

Synoniemen voor "Glied":


Wiktionary: Glied

Glied
noun
  1. Zoologie: das Begattungsorgan männlicher Tiere; speziell: ein äußeres Geschlechtsorgan des Mannes
  2. Anatomie: ein Körperteil
  3. ein verbundenes Teil oder Stück - allgemein: Teil eines Ganzen
Glied
noun
  1. a limb
  2. penis
  3. -
  4. major appendage of human or animal
  5. anatomy: part of organism
  6. male organ for copulation and urination

Cross Translation:
FromToVia
Glied limb limbebord gradué d’un instrument de mesure circulaire.
Glied member membre — partie extérieure du corps

Verwante vertalingen van Glied