Grinsen in het Engels vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Grinsen:
- laughter; grin; smirk; sneer; jibe; chuckle; snigger; grinning; chuckling; chortle
Wiktionary:
- Grinsen → grin

Duits

Uitgebreide vertaling voor Grinsen (Duits) in het Engels

Grinsen (Lachen; Lächeln; Gelächter)
the laughter
- laughter [the ~] zelfstandig naamwoord
Grinsen (Grimasse)
the grin; the smirk; the sneer
- grin [the ~] zelfstandig naamwoord
- smirk [the ~] zelfstandig naamwoord
- sneer [the ~] zelfstandig naamwoord
Grinsen (Grimasse)
the sneer; the grin; the smirk; the jibe
- sneer [the ~] zelfstandig naamwoord
- grin [the ~] zelfstandig naamwoord
- smirk [the ~] zelfstandig naamwoord
- jibe [the ~] zelfstandig naamwoord
Grinsen (Gegrinse)
the chuckle; the snigger; the grinning; the chuckling; the chortle
- chuckle [the ~] zelfstandig naamwoord
- snigger [the ~] zelfstandig naamwoord
- grinning [the ~] zelfstandig naamwoord
- chuckling [the ~] zelfstandig naamwoord
- chortle [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
chortle	Gegrinse; Grinsen
chuckle	Gegrinse; Grinsen
chuckling	Gegrinse; Grinsen
grin	Grimasse; Grinsen	Lächeln
grinning	Gegrinse; Grinsen	Gegrinse
jibe	Grimasse; Grinsen
laughter	Gelächter; Grinsen; Lachen; Lächeln
smirk	Grimasse; Grinsen
sneer	Grimasse; Grinsen
snigger	Gegrinse; Grinsen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
chortle		glucksen; grinsen; kichern; schmunzeln
chuckle		feixen; glucksen; grinsen; heimlich lachen; kichern; lachen; lächeln; schallen; schmunzeln; sich ins Fäustchen lachen; spöttisch lächeln
grin		Grimassen machen; feixen; grinsen
jibe		anfahren; anraunzen; anschnauzen; halsen
smirk		Grimassen machen; Grimassen schneiden; feixen; grinsen
sneer		auslachen; feixen; grinsen; lächerlich machen; spotten; verhöhnen; verspotten
snigger		glucksen; grinsen; kichern; schmunzeln; spöttisch lächeln

Grinsen

noun