Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Kabel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kabel (Duits) in het Engels

Kabel:

Kabel [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Kabel (Kabelleitung; Leitung)
    the cable; the wire
    • cable [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wire [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Kabel (elektrische Leitung)
    the lead; the cable; the wire; the ripcord
    • lead [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cable [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wire [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ripcord [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. Kabel (Schiffskabel)
    the hawser; the cable; the rope; the chain; the wire
    • hawser [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cable [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rope [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chain [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wire [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kabel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cable Kabel; Kabelleitung; Leitung; Schiffskabel; elektrische Leitung Betriebsführung; Direktion; Geschäftsführung; Telegramm
chain Kabel; Schiffskabel Abfolge; Aneinanderreihung; Erkettung; Fessel; Folge; Geschäftskette; Halsschnur; Handelskette; Handschellen; Kabeltau; Kette; Ladenkette; Reihe; Reihenfolge; Sequenz; Serie; Tau; Trosse; Verkettung; Zyklus
hawser Kabel; Schiffskabel Kabeltau; Tau; Trosse
lead Kabel; elektrische Leitung Anführung; Anhaltspunkt; Anknüpfungspunkt; Anspielung; Blei; Fingerzeig; Führung; Füllung; Hinweis; Indiz; Kundenlead; Lead; Leitung; Lot; Schimmer; Senklot; Spitze; Spur; Stichwort; Tip; Vertriebslead; Verweisung; Vorausgehen; Vorgehen; Vorsprung; Wink; potenzieller Kunde
ripcord Kabel; elektrische Leitung Zugleine
rope Kabel; Schiffskabel Bogenstrang; Kabeltau; Leine; Seil; Tau; Trosse
wire Kabel; Kabelleitung; Leitung; Schiffskabel; elektrische Leitung Betriebsführung; Direktion; Draht; Eisendraht; Geschäftsführung; Telegramm; aus Eisen gezogene Faden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cable funken; mit Kabeln versehen; senden; telegrafieren; verkabeln
chain aneinanderreihen; anketten; fesseln; ketten; verketten
lead anführen; dirigieren; führen; kanalisieren; leiten; lenken; loten; sondieren; visieren; zum Guten wenden
wire funken; senden; telegrafieren
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rope seilen

Synoniemen voor "Kabel":


Wiktionary: Kabel

Kabel
noun
  1. Leitung zum Transport elektrischen Stroms beziehungsweise elektronischer Nachrichten
Kabel
noun
  1. wires surrounded by a coating, used to supply electricity
  2. -
  3. communications system with coaxial or fiber optic
  4. assembly of wires for electricity

Cross Translation:
FromToVia
Kabel cable câble — arts|fr gros cordage formé de l’assemblage de plusieurs torons de chanvre, d’aloès, d’acier, etc.