Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Knochenmark:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Knochenmark (Duits) in het Engels

Knochenmark:

Knochenmark [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Knochenmark
    the marrow; the marrow of a bone; the pith

Knochenmark [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Knochenmark (Kern)
    the bone marrow; the marrow; the bone
    • bone marrow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • marrow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bone [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Knochenmark:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bone Kern; Knochenmark Gebeine; Knochen
bone marrow Kern; Knochenmark
marrow Kern; Knochenmark Kalebasse
marrow of a bone Knochenmark
pith Knochenmark Docht; Entzündung; Flamme; Innerste; Kern; Kerzendocht; Kontakt; Lunte; Zündschnur; Zündung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bone abdecken; abhäuten; enthäuten; schinden
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bone beinern; knöchern

Wiktionary: Knochenmark

Knochenmark
noun
  1. bone marrow

Cross Translation:
FromToVia
Knochenmark bone marrow beenmerg — een sponsachtige, rode substantie die zich in het binnenste van beenderen bevindt
Knochenmark bone marrow moelle osseuse — Tissu situé au centre des os