Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Komfort:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Komfort (Duits) in het Engels

Komfort:

Komfort [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Komfort (Fazilität)
    the facility
    • facility [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Komfort (Bequemlichkeit)
    the convenience; the comfort
  3. der Komfort (Gemütlichkeit; Bequemlichkeit; Behaglichkeit)
    the comfort
    • comfort [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Komfort:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comfort Behaglichkeit; Bequemlichkeit; Gemütlichkeit; Komfort Behaglichkeit; Bequemlichkeit; Erleichterung; Ermunterung; Ermutigung; Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit; Trost; Tröstung; Vertröstung; Zuspruch
convenience Bequemlichkeit; Komfort Behaglichkeit; Bequemlichkeit; Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit
facility Fazilität; Komfort Akkommodation; Befriedigung; Maßnahme; Raum; Versorgung; Wohnraumbeschaffung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comfort aufheitern; aufmuntern; aufrichten; ermuntern; ermutigen; trösten; unterstützen

Synoniemen voor "Komfort":


Wiktionary: Komfort

Komfort
noun
  1. Bequemlichkeit durch äußere Gegebenheiten
Komfort
noun
  1. contentment, ease

Cross Translation:
FromToVia
Komfort comfort comfort — een toestand waarin men zonder onrust, vrees of verlegenheid is