Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Leiden:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Leiden (Duits) in het Engels

Leiden:

Leiden [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Leiden (Klage; Beschwerde; Beanstandung; )
    the complaint
  2. Leiden
    the suffering
  3. Leiden (Krankheit; Übel)
    the illness; the complaint
  4. Leiden (Krankheit; Übel)
    the infirmity; the ailment; the flaw
    • infirmity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ailment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flaw [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. Leiden (Krankheit)
    the disease; the disorder; the ailment; the complaint; the trouble
    • disease [the ~] zelfstandig naamwoord
    • disorder [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ailment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • complaint [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trouble [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Leiden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ailment Krankheit; Leiden; Übel Körperliche Erregung
complaint Beanstandung; Beschwerde; Klage; Krankheit; Leiden; Ärgernis; Übel Anklage; Anschuldigung; Elegie; Gejammer; Geklage; Gemecker; Genörgel; Klage; Klagelied; Klagen; Stöhnen; Wehklage
disease Krankheit; Leiden Körperliche Erregung
disorder Krankheit; Leiden Aufregung; Aufruhr; Chaos; Durcheinander; Gewirr; Krach; Krawall; Nachlässigkeit; Ordnungswidrigkeit; Radau; Schlamperei; Störung; Unordentlichkeit; Unordnung; Verwechselung; Verwirrung; Verworrenheit; Verwüstung; Wirbel; Wirrwarr; Übel
flaw Krankheit; Leiden; Übel Bruch; Brüller; Ermangelung; Falschheit; Fehler; Fehlschlag; Hinfälligkeit; Irrtum; Kränklichkeit; Mangel; Manko; Riß; Schnitzer; Schwachheit; Schwäche; Sprung; Versehen; Übel
illness Krankheit; Leiden; Übel Krankheit; Menstruation; Periode; Regel; Unpäßlichkeit; Unwohlsein
infirmity Krankheit; Leiden; Übel
suffering Leiden Einsturz; Einstürze; Schäden; Schädigung; Verlust
trouble Krankheit; Leiden Aufregung; Aufruhr; Behinderung; Belästigung; Beschwerlichkeit; Chaos; Drohung; Durcheinander; Elend; Erschwerung; Gefahr; Gemecker; Geschwatze; Getratsche; Gewirr; Katastrophe; Krach; Krawall; Leid; Lästigkeit; Malheur; Misere; Mißgeschick; Not; Ordnungswidrigkeit; Pech; Pfuscharbeit; Radau; Schererei; Schicksalsschlag; Schicksalsschläge; Schlamassel; Störung; Stümperei; Unannehmlichkeit; Unglück; Unglücksfall; Unheil; Unordnung; Unruhe; Verwirrung; Verworrenheit; Verwüstung; Widerwärtigkeiten; Wirbel; Wirrwarr; tüftelige Arbeit
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
complaint beanstanden; klagen; reklamieren; sich beschweren
disorder durcheinander bringen; durcheinander werfen
trouble Schwerer machen; erschweren; jemandem lästig fallen; plagen; schikanieren; zusetzen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
suffering leidend

Synoniemen voor "Leiden":


Wiktionary: Leiden

Leiden
noun
  1. Stadt in den Niederlanden
  2. alle vom Begriff des Schmerzes nicht erfassten Beeinträchtigungen des Wohlbefindens, die über ein schlichtes Unbehagen hinausgehen und eine nicht ganz unwesentliche Zeitspanne fortdauern
Leiden
noun
  1. a bodily disorder or disease; the symptom of such a disorder
  2. something which ails one; a disease; sickness
  3. unhappiness
  4. condition
proper noun
  1. city in South Holland

Cross Translation:
FromToVia
Leiden suffering souffrancedouleur physique ou morale, état de celui, de celle qui souffrir.

Verwante vertalingen van Leiden