Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Maßstab:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Maßstab (Duits) in het Engels

Maßstab:

Maßstab [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Maßstab (Kriterium)
    the criterion; the touchstone; the standard; the reagent; the test
    • criterion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • touchstone [the ~] zelfstandig naamwoord
    • standard [the ~] zelfstandig naamwoord
    • reagent [the ~] zelfstandig naamwoord
    • test [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Maßstab (Niveau; Stufe; Plan; )
    the level
    • level [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Maßstab (Voraussetzung; Kriterium; Bedingung; )
    the criterion; the condition

Vertaal Matrix voor Maßstab:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
condition Bedingung; Forderung; Klausel; Kondition; Kriterium; Maßstab; Voraussetzung; Vorbehalt Bedingung; Beschaffenheit; Bildung; Erfordernis; Forderung; Form; Gemütszustand; Gestalt; Gestaltung; Kondition; Verfassung; Voraussetzung; Zustand
criterion Bedingung; Forderung; Klausel; Kondition; Kriterium; Maßstab; Voraussetzung; Vorbehalt Chemische Verbindung
level Abriß; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Gradation; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Maßstab; Niveau; Plan; Projekt; Skala; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz Abflachen; Abgraben; Dimensionsebene; Ebene; Etage; Feld; Fläche; Gehalt; Glättem; Grad; Gradation; Maß; Niveau; Qualität; Rang; Skala; Staffel; Staffelstellung; Stellung; Stock; Stockwerk; Unterstand; Wasserwaage
reagent Kriterium; Maßstab Chemische Verbindung
standard Kriterium; Maßstab Banner; Fahne; Flagge; Kommandoflagge; Norm; Standard; Standarte; Stander; Ständer; Wimpel
test Kriterium; Maßstab Abgangsprüfung; Chemische Verbindung; Computertest; Erprobung; Examen; Experiment; Heimsuchung; Klassenarbeit; Meisterprüfung; Proben; Prüfung; Repetieren; Test; Versuch
touchstone Kriterium; Maßstab Chemische Verbindung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
level abplatten; angleichen; ausgleichen; ebnen; egalisieren; nivellieren; regulieren; verrechnen
test Auf die Probe stellen; Examen abnehmen; abhören; ansuchen; ausprobieren; beantragen; einen Antrag machen; erproben; ersuchen; examinieren; experimentieren; forschen; inspizieren; kontrollieren; nachprüfen; nachsehen; proben; probieren; prüfen; testen; untersuchen; überprüfen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
level eben; egal; flach; gleich; platt; waagerecht

Synoniemen voor "Maßstab":


Wiktionary: Maßstab

Maßstab
noun
  1. Verhältnis einer grafischen Darstellung zur Realität
Maßstab
noun
  1. a standard for evaluating or measuring
  2. ratio of distances

Cross Translation:
FromToVia
Maßstab ladder; scale échelledispositif composé de deux montants de bois ou de fer munis d’espace en espace de traverses de bois ou de fer disposées de manière qu’elles peuvent servir de degrés ou d’escalier.