Duits

Uitgebreide vertaling voor Platz (Duits) in het Engels

Platz:

Platz [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Platz (Stelle; Ort; Standort)
    the place; the location
    • place [the ~] zelfstandig naamwoord
    • location [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Platz (viereckiger Plaatz; Karree)
    the plaza
    • plaza [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Platz (Nest; Loch; Dorf; Ort)
    the hamlet
    • hamlet [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Platz (Räumlichkeit; Zimmer; Kammer; )
    the chamber; the room
    • chamber [the ~] zelfstandig naamwoord
    • room [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. der Platz (Außenplatz)
    the outdoor place

Vertaal Matrix voor Platz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chamber Halle; Kammer; Lokalität; Platz; Raum; Räumlichkeit; Saal; Zimmer Halle; Kammer; Raum; Räumlichkeit; Saal; Sporthalle; Zimmer; großes Zimmer
hamlet Dorf; Loch; Nest; Ort; Platz Dorf; Flecken; Ort; Weiler
location Ort; Platz; Standort; Stelle Aufenthaltsort; Drehort; Fundort; Fundstätte; Lage; Lagerplatz; Lokation; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Position; Stand; Standort; Stelle; Verfassung; Zustand
outdoor place Außenplatz; Platz
place Ort; Platz; Standort; Stelle Angelplatz; Bereich; Fischgrund; Fischgründe; Gebiet; Gegend; Landstriche; Navigationsort
plaza Karree; Platz; viereckiger Plaatz Einkaufzentrum
room Halle; Kammer; Lokalität; Platz; Raum; Räumlichkeit; Saal; Zimmer Fremdenzimmer; Gruppenraum; Gästezimmer; Halle; Hotelzimmer; Kammer; Raum; Räumlichkeit; Saal; Sporthalle; Zimmer; großes Zimmer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
place ablagern; ablegen; abstellen; abstreifen; akkomodieren; anbringen; anlegen; aufbewahren; aufheben; aufstellen; austreiben; bauen; beherbergen; beisetzen; bergen; bewahren; deponieren; einordnen; einquartieren; einrichten; einräumen; einrücken; einstellen; gruppieren; herstellen; hinlegen; hinstellen; installieren; jemandem Unterkunft bieten; lagern; legen; niederlegen; räumlich anordnen; setzen; stationieren; stellen; unterbringen

Synoniemen voor "Platz":


Wiktionary: Platz

Platz
noun
  1. Stelle, an der man sitzen oder stehen kann (Sitzplatz)
  2. ohne Plural: verfügbarer Raum
  3. ein bestimmter Ort oder eine bestimmte Stelle
  4. ein bestimmter Rang oder eine bestimmte Position
  5. weitläufige, offene Fläche, die als Betätigungs-,Veranstaltungs-, Erholungs- oder Versammlungsort dient
Platz
noun
  1. place
  2. sports: area reserved for playing a game
  3. field
  4. location, position
  5. open space, courtyard, market square
  6. somewhere to sit
  7. -
  8. a towns' public square
  9. space
  10. physical extent in two or three dimensions
  11. bounded or specific physical extent
  12. open space in a town

Cross Translation:
FromToVia
Platz place plaats — een bepaalde ruimte of een bepaald punt in de ruimte
Platz place endroit — Partie bien déterminée d’un espace, d’une chose ou d’un corps.
Platz esplanade; plaza; public square; square; piazza esplanadeespace uni et découvert au-devant d’un édifice, d’une place fortifiée.
Platz place; location; spot; field; site; venue lieuportion de l’espace, soit prise en elle-même, soit considérée par rapport à ce qui l’occuper.
Platz village; town; abode; whereabouts; accommodation; location; place; spot; field; site; venue localitélieu habité.
Platz place; location; spot; site; venue place — Endroit, lieu, espace qu’on occupe
Platz plaza; public square; square; piazza place — Espace, lieu public, découvert et environné de bâtiments
Platz plaza; public square; square; piazza; traffic circle; rotary; roundabout rond-point — Grande place circulaire à laquelle aboutir plusieurs avenues ou allées.

Verwante vertalingen van Platz