Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Push:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Push (Duits) in het Engels

Push:

Push

  1. Push
    the push
    – The process of sending data to a network server. 1
    • push [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Push:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
push Push Anprall; Anstoß; Bums; Drücker; Knopf; Puff; Schlag; Stoß; Zusammenstoß; leichter Stoß
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
push aufschieben; auktionieren; avancieren; befördern; dringen; feilbieten; handeln; knuffen; mithilfe von Push übertragen; puffen; schieben; stoßen; verhandeln; verkaufen; verrücken; verschieben; vertreiben; veräußern; weiterschieben