Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Schöpfer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schöpfer (Duits) in het Engels

Schöpfer:

Schöpfer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schöpfer
    the God; the Lord
    • God [the ~] zelfstandig naamwoord
    • Lord [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Schöpfer (Entwerfer; Autor; Hersteller; )
    the author; the producer; the maker; the architect; the artist
    • author [the ~] zelfstandig naamwoord
    • producer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • maker [the ~] zelfstandig naamwoord
    • architect [the ~] zelfstandig naamwoord
    • artist [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Schöpfer (Schöpflöffel; Löffel; Kelle; Schöpfkelle)
    the ladle; the tablespoon; the server
    • ladle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tablespoon [the ~] zelfstandig naamwoord
    • server [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Schöpfer (Schöpflöffel)
    the tablespoons
  5. der Schöpfer (Autor; Entwerfer; Gestalter; )
    the creator; the originator; the maker; the author
    • creator [the ~] zelfstandig naamwoord
    • originator [the ~] zelfstandig naamwoord
    • maker [the ~] zelfstandig naamwoord
    • author [the ~] zelfstandig naamwoord

Schöpfer [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schöpfer (Macher)
    the producers; the authors; the architects
  2. die Schöpfer
    the creators
    • creators [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schöpfer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
God Schöpfer Allmächtiger; Gott; Gottheit; Heiliger Vater; Herrgott
Lord Schöpfer Christus; Jesus
architect Autor; Entwerfer; Erbauer; Erzeuger; Gestalter; Hersteller; Schöpfer; Urheber Architekt; Architektin; Baukundige; Baumeister; Bautechniker
architects Macher; Schöpfer Architekte
artist Autor; Entwerfer; Erbauer; Erzeuger; Gestalter; Hersteller; Schöpfer; Urheber Artist; Artistin; Interpret; Kunstmaler; Künstler; Künstlerin; Liedermacher; Maler; Sänger; Zeichnerin
author Autor; Entwerfer; Erbauer; Erzeuger; Gestalter; Gott; Hersteller; Komponist; Schöpfer; Urheber Autor; Autorin; Dichter; Dichterin; Ersteller; Poet; Schreiber; Schriftsteller; Schriftstellerin; Verfasser
authors Macher; Schöpfer Autor; Dichter; Schreiber; Schriftsteller
creator Autor; Entwerfer; Erbauer; Gestalter; Gott; Komponist; Schöpfer Autor; Autorin; Creator; Dichterin; Ersteller; Schriftstellerin; Schöpferin
creators Schöpfer
ladle Kelle; Löffel; Schöpfer; Schöpfkelle; Schöpflöffel Kochlöffel; Schöpflöffel; Wasserkanne
maker Autor; Entwerfer; Erbauer; Erzeuger; Gestalter; Gott; Hersteller; Komponist; Schöpfer; Urheber Darsteller; Erzeuger; Fabrikant; Fabrikbesitzer; Hersteller; Hervorbringer; Produzent
originator Autor; Entwerfer; Erbauer; Gestalter; Gott; Komponist; Schöpfer Initiator; Verursacher
producer Autor; Entwerfer; Erbauer; Erzeuger; Gestalter; Hersteller; Schöpfer; Urheber Darsteller; Erzeuger; Fabrikant; Fabrikbesitzer; Hersteller; Hervorbringer; Produzent
producers Macher; Schöpfer Produzent
server Kelle; Löffel; Schöpfer; Schöpfkelle; Schöpflöffel Netzwerkserver; Server; Serviertisch; Servierwagen
tablespoon Kelle; Löffel; Schöpfer; Schöpfkelle; Schöpflöffel
tablespoons Schöpfer; Schöpflöffel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ladle löffeln; schaufeln; schöpfen

Synoniemen voor "Schöpfer":


Wiktionary: Schöpfer

Schöpfer
noun
  1. Küche: Küchengerät, mit dem Flüssigkeiten oder Substanzen in größerer Menge aus einem Gefäß entnommen werden
  2. Religion: nach Vorstellung vieler Religionen und Philosophien das göttliche Wesen, das die Welt erschaffen hat
  3. Kunst, Kultur: ein Mensch, der Neues in Kunst, Wissenschaft oder anderen für die Gesellschaft wichtigen Bereichen hervorbringt
Schöpfer
noun
  1. the deity that created the world
  2. one who creates
proper noun
  1. God

Cross Translation:
FromToVia
Schöpfer architect architectepersonne diplômée dont la profession consiste à concevoir des édifices et à en diriger la construction.