Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Schal:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schal (Duits) in het Engels

Schal:

Schal [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schal (Halstuch)
    the scarf; the shawl; the wrap
    • scarf [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shawl [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wrap [the ~] zelfstandig naamwoord
    the tie
    – neckwear consisting of a long narrow piece of material worn (mostly by men) under a collar and tied in knot at the front 1
    • tie [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he wore a vest and tie1
  2. der Schal (Halstuch)
    the scarf
    • scarf [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
scarf Halstuch; Schal
shawl Halstuch; Schal Haartuch; Halstuch; Kopftuch; Umschlagetuch
tie Halstuch; Schal Klotz am Bein; Knöpfe; Krawatte; Schlips
wrap Halstuch; Schal Halstuch; Umschlagetuch; Umschließung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tie anbinden; anketten; anknöpfen; anreihen; aufreien; befestigen; binden; den Mund verbieten; erpressen; fesseln; festbinden; festknöpfen; festknüpfen; festlegen; festmachen; festschnallen; festzurren; ketten; knebeln; ködern; mit der Schlinge fangen; schnüren; verknoten; zurren; zusammenbinden
wrap einhüllen; einpacken; einwickeln; hüllen; kamouflieren; umschließen; verhüllen; verpacken; verschleiern

Wiktionary: Schal

Schal
noun
  1. langes, schmales Tuch, das man sich um den Hals legt
Schal
noun
  1. long garment worn around the neck
  2. a square piece of cloth worn as a covering for the head, neck, and shoulders
  3. garment

Cross Translation:
FromToVia
Schal sash; sling; scarf écharpelarge bande d’étoffe, que l’on porter autrefois de la droite à la gauche en forme de baudrier et qu’on porta encore en forme de ceinture.

Verwante vertalingen van Schal