Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Schlepper:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlepper (Duits) in het Engels

Schlepper:

Schlepper [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schlepper (Traktor; Sattelschlepper; Trecker)
    the tractor
    • tractor [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Schlepper (Schleppschiff; Schleppdampfer)
    the tug-boat
    • tug-boat [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Schlepper (Schleppdampfer)
    the tugs
    • tugs [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Schlepper (Spaziergänger; Drücker; Aussteller)
    the hikers; the strollers
    • hikers [the ~] zelfstandig naamwoord
    • strollers [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. der Schlepper (Kundenwerber; Anreißer)
    the barkers; the touts
    • barkers [the ~] zelfstandig naamwoord
    • touts [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. der Schlepper (Trosse; Trawler)
    the tug
    • tug [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schlepper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barkers Anreißer; Kundenwerber; Schlepper
hikers Aussteller; Drücker; Schlepper; Spaziergänger
strollers Aussteller; Drücker; Schlepper; Spaziergänger Schlendrer
touts Anreißer; Kundenwerber; Schlepper
tractor Sattelschlepper; Schlepper; Traktor; Trecker landwirtschaftliche Zugmaschine
tug Schlepper; Trawler; Trosse
tug-boat Schleppdampfer; Schlepper; Schleppschiff
tugs Schleppdampfer; Schlepper
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tug reißen; surren; zerren; ziehen; zurren

Synoniemen voor "Schlepper":


Wiktionary: Schlepper

Schlepper
noun
  1. Traktor, Zugmaschine
  2. jemand, der andere Personen auf fragwürdige Weise heranführt
    • Schleppertout
  3. kleines Schiff zur Unterstützung größerer Schiffe
    • Schleppertug
Schlepper
noun
  1. something that tows
  2. farm vehicle
  3. small, powerful boat

Cross Translation:
FromToVia
Schlepper tugboat sleepboot — een krachtige boot die andere vaartuigen versleept
Schlepper tugboat; tug boat; tug remorqueur — Bâtiment qui remorque.