Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Schnitzen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schnitzen (Duits) in het Engels

Schnitzen:

Schnitzen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Schnitzen (Schneiden)
    the cutting
    • cutting [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schnitzen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cutting Schneiden; Schnitzen Ausgeschnittene; Kupieren; Schnipsel; Schuß; Schößling; Sproß; Sprößling; Trieb; schneidender Schmerz
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cutting beißend; bissig; mit schneidender Stimme; scharf; schneidend; spitzig; stachlig; stechend