Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Speiseschrank:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Speiseschrank (Duits) in het Engels

Speiseschrank:

Speiseschrank [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Speiseschrank (Vorratsschrank)
    the pantry; the larder; the store; the warehouse
    • pantry [the ~] zelfstandig naamwoord
    • larder [the ~] zelfstandig naamwoord
    • store [the ~] zelfstandig naamwoord
    • warehouse [the ~] zelfstandig naamwoord
    the depot
    – a depository for goods 1
    • depot [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Speiseschrank (Vorratsschrank)
    the larder
    • larder [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Speiseschrank
    the menu
    • menu [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Speiseschrank
    the food-cupboard

Vertaal Matrix voor Speiseschrank:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
depot Speiseschrank; Vorratsschrank Bahnhof; Deponie; Depot; Geschäft; Geschäfte; Gewehrmagazin; Großhandelsgebäude; Haltestelle; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerpaltz; Lagerplatz; Lagerraum; Magazin; Niederlage; Rundfunkstation; Sammelplatz; Speicher; Vorratslager; Warenhaus; Warenlager
food-cupboard Speiseschrank
larder Speiseschrank; Vorratsschrank
menu Speiseschrank Karte; Menü; Speisekarte; Tageskarte
pantry Speiseschrank; Vorratsschrank
store Speiseschrank; Vorratsschrank Deponie; Depot; Geschäft; Geschäfte; Gewehrmagazin; Großhandelsgebäude; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerpaltz; Lagerplatz; Lagerraum; Magazin; Niederlage; Sammelplatz; Speicher; Vorratslager; Warenhaus; Warenlager
warehouse Speiseschrank; Vorratsschrank Deponie; Depot; Geschäft; Geschäfte; Gewehrmagazin; Großhandelsgebäude; Güterschuppen; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerort; Lagerpaltz; Lagerplatz; Lagerraum; Magazin; Niederlage; Sammelplatz; Speicher; Vorratslager; Warenhaus; Warenlager
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
store ablegen; abschießen; abstellen; archivieren; auf die Seite legen; aufbewahren; aufheben; beiseite legen; bergen; betten; bewahren; deponieren; einstallen; einstellen; fortsetzen; hamstern; hinlegen; horten; in den Stall bringen; lagern; speichern; unterstellen; weglegen; wegräumen; wegschließen; zurücklegen