Duits

Uitgebreide vertaling voor Ufer (Duits) in het Engels

Ufer:

Ufer [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ufer (Gestade; Flußbett)
    the shore; the strand
    – the land along the edge of a body of water 1
    • shore [the ~] zelfstandig naamwoord
    • strand [the ~] zelfstandig naamwoord
    the bank
    – sloping land (especially the slope beside a body of water) 1
    • bank [the ~] zelfstandig naamwoord
      • they pulled the canoe up on the bank1
      • he sat on the bank of the river and watched the currents1
  2. Ufer
    the shores; the coasts
    • shores [the ~] zelfstandig naamwoord
    • coasts [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. Ufer (Land; Wall)
    the land
    – the solid part of the earth's surface 1
    • land [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the plane turned away from the sea and moved back over land1
  4. Ufer (festes Ufer; Wall)
    the solid ground; the shore
  5. Ufer (Wasserseite)
    the waterfront; the embankment; the shore; the bank
    • waterfront [the ~] zelfstandig naamwoord
    • embankment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shore [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bank [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ufer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bank Flußbett; Gestade; Ufer; Wasserseite Bank; Beziehungen mit der Bank; Böschung; Gefälle; Handelsbank; Hang; Hügel; Verbindung mit der Bank
coasts Ufer
embankment Ufer; Wasserseite Damm; Deich; Eindeichung; Eindämmung; Kehrdamm; Sperrdamm; Wall
land Land; Ufer; Wall
shore Flußbett; Gestade; Ufer; Wall; Wasserseite; festes Ufer Anlegestelle; Gestell; Kai; Landungsbrücke; Landungssteg; Steg; Stütze; Träger
shores Ufer Abstützen; Stützen
solid ground Ufer; Wall; festes Ufer
strand Flußbett; Gestade; Ufer Kabeldraht
waterfront Ufer; Wasserseite
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bank Geld auf der Bank tun; ansammeln; aufbewahren; sammeln; scharen; sparen; versammeln; übrigbehalten
land absteigen; an Land gehen; anlegen; enden; herabsteigen; heruntersteigen; hinabsteigen; hingelangen; hingeraten; hinkommen; hinunterkommen; hinuntersteigen; niedersteigen; zu Ende gehen; zurechtkommen
shore abstützen; beistehen; einstimmen; entlasten; stützen; unterstützen

Synoniemen voor "Ufer":


Wiktionary: Ufer

Ufer
noun
  1. Randbereich zwischen Gewässer und Land
Ufer
noun
  1. edge of river or lake
  2. land adjoining a large body of water

Cross Translation:
FromToVia
Ufer shore; bank oever — rand van het water
Ufer waterside waterkant — daar waar land ophoudt en een water, zoals beek, rivier, meer of kanaal begint
Ufer bank; riverbank; waterfront bergebord relevé d’une rivière, d’un chemin, d’un fossé.
Ufer coast; shore; bank; vein; seaside; seaboard; sea-shore; sea-coast; coast-line côte — Partie d’un continent ou d’une île qui borde la mer.
Ufer shore rivage — Partie de la terre qui borde la mer (sens général)
Ufer bank; shore; coast riveterrain qui border un fleuve, une rivière, un étang ou un lac.

Verwante vertalingen van Ufer