Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Voucher:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Voucher (Duits) in het Engels

Voucher:

Voucher [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Voucher (Beweischen)
    the voucher; the receipt
    • voucher [the ~] zelfstandig naamwoord
    • receipt [the ~] zelfstandig naamwoord

Voucher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Voucher (Gutschein)
    the coupons; the gift coupon; the vouchers

Vertaal Matrix voor Voucher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coupons Gutschein; Voucher Lappen; Stofflappen
gift coupon Gutschein; Voucher Geschenkgutschein; Gutschein; Rückgabebon
receipt Beweischen; Voucher Abschnitt; Beleg; Bescheinigung; Beweis; Einnahmen; Empfangsbestätigung; Empfangsschein; Kassenbon; Kassenschein; Lieferschein; Quittung; Rückschein; Schein; Zettel; Zugang; Überweisungsschein
voucher Beweischen; Voucher Abschnitt; Beleg; Coupon; Differenz; Einzahlungsschein; Empfangsschein; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest; Überweisungsschein
vouchers Gutschein; Voucher Lappen; Stofflappen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
receipt eine Rechnung bezahlen

Synoniemen voor "Voucher":