Duits

Uitgebreide vertaling voor Wisch (Duits) in het Engels

Wisch:

Wisch [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Wisch (Ertrag; Ernte; Pflücken; )
    the crop; the harvest
    – the yield from plants in a single growing season 1
    • crop [the ~] zelfstandig naamwoord
    • harvest [the ~] zelfstandig naamwoord
    the harvesting
    – the gathering of a ripened crop 1
    the reaping; the cultivated plants
  2. der Wisch (Lumpen; Läppchen; Lappen; )
    the scrap; the rag; the tatter; the dollop; the daub; the piece of junk; the piece of trash
    • scrap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rag [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tatter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dollop [the ~] zelfstandig naamwoord
    • daub [the ~] zelfstandig naamwoord
    • piece of junk [the ~] zelfstandig naamwoord
    • piece of trash [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Wisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crop Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Weinlese; Wisch Geißel; Gewächs; Karbatsche; Peitsche; Reitpeitsche
cultivated plants Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Weinlese; Wisch Gewächs
daub Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Läppchen; Stoffetzen; Stofflappen; Wisch; wertlose Zeug
dollop Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Läppchen; Stoffetzen; Stofflappen; Wisch; wertlose Zeug Flunder
harvest Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Weinlese; Wisch Ernte; Ertrag; Erträge; Gewinnung; Hervorbringung; Lese; Pflücken; Weinlese
harvesting Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Weinlese; Wisch Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Weinlese
piece of junk Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Läppchen; Stoffetzen; Stofflappen; Wisch; wertlose Zeug
piece of trash Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Läppchen; Stoffetzen; Stofflappen; Wisch; wertlose Zeug
rag Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Läppchen; Stoffetzen; Stofflappen; Wisch; wertlose Zeug Fetzen; Flatterrand; Flicken; Lappen; Lumpen; Läppchen; Staubtuch; Staubtücher; kleiner Lappen
reaping Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Weinlese; Wisch
scrap Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Läppchen; Stoffetzen; Stofflappen; Wisch; wertlose Zeug Abfallstoff; Abschaum; Ausschuss; Ausschuß; Auswurf; Papierschnipsel; Schnipsel; Schrottabfal; Schund
tatter Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Läppchen; Stoffetzen; Stofflappen; Wisch; wertlose Zeug
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crop Zuschnitt; beschränken; das Haar kurz schneiden lassen; die Flügel stutzen; einkürzen; einschränken; kürzen; kürzermachen; minimalisieren; reduzieren; schmälern; verkleinern; verknappen; verkürzen; zuschneiden
daub anschmieren; beklecksen; beschmieren; klecksen; lästern; schmieren; verläumden
harvest ernten
scrap ausfallen lassen; aussetzen; balgen; bekämpfen; bestreiten; schlagen; sich duellieren; sich keilen; sich raufen; streiten; verschrotten

Synoniemen voor "Wisch":


Wiktionary: Wisch

Wisch
noun
  1. (umgangssprachlich) abwertend: Schriftstück, das als wertlos betrachtet wird, insbesondere solche von Behörden und offiziellen Stellen
Wisch
noun
  1. a small bundle, as of straw or other like substance