Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. alles:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor alles (Duits) in het Engels

alles:

alles bijvoeglijk naamwoord

  1. alles (ganz; vollkommen; völlig; )
    everything; entirely; all; all of it; complete

Vertaal Matrix voor alles:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
complete abmachen; aufbessern; ausbauen; ausbessern; beenden; berichtigen; ergänzen; erledigen; fertig bringen; fertigbringen; fertigmachen; fertigstellen; komplettieren; perfektionieren; vervollkommnen; vervollständigen; vollenden
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
complete alles; ganz; gänzlich; komplett; total; vollkommen; vollständig; völlig abgerundet; abgeschlossen; aus; beendet; fertig; ganz; gänzlich; komplett; total; vollendet; vollkommen; vollständig; vollzählig; völlig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entirely alles; ganz; gänzlich; komplett; total; vollkommen; vollständig; völlig absolut; durchaus
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
all alles; ganz; gänzlich; komplett; total; vollkommen; vollständig; völlig alle; gesamt; jede
all of it alles; ganz; gänzlich; komplett; total; vollkommen; vollständig; völlig
everything alles; ganz; gänzlich; komplett; total; vollkommen; vollständig; völlig

Synoniemen voor "alles":

  • die Gesamtheit; was auch immer

Wiktionary: alles

alles
en-pron
  1. all the things
noun
  1. everything possible

Verwante vertalingen van alles