Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. fließend:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor fließend (Duits) in het Engels

fließend:

fließend bijvoeglijk naamwoord

  1. fließend (flüssig; strömend)
    fluently; fluent; smooth; streaming
  2. fließend (laufend; gutgehend)
    running

Vertaal Matrix voor fließend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
running Gelaufe; Gerenne; Laufen; Rennen
streaming Streaming
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smooth abplatten; ausbügeln; ausgleichen; ausstreichen; bügeln; ebnen; egalisieren; florieren; flächen; funkeln; glatthobeln; glimmen; glitzern; glätten; nivellieren; polieren; raspeln; reiben; schaben; schimmern; schleifen; schlichten; schmirgeln
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fluent fließend; flüssig; strömend beredsam; redegewandt
running fließend; gutgehend; laufend fortwährend; gutgehend; kontinuierlich; schnelläufig; ständig
smooth fließend; flüssig; strömend eben; egal; feucht; flach; frivol; geschmeidig; gewissenlos; gleich; glitschig; lasterhaft; obszön; ohne Falten; platt; schamlos; schlüpfrig; schmierig; schmutzig; schweinisch; sittenlos; sämig; unanständig; unehrenhaft; unflätig; unmoralisch; unsauber; unsittlich; unzüchtig; widerlich
streaming fließend; flüssig; strömend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fluently fließend; flüssig; strömend

Wiktionary: fließend

fließend
adjective
  1. moving smoothly
  2. able to speak a language accurately and confidently
adverb
  1. expressing oneself easily

Cross Translation:
FromToVia
fließend dynamic dynamique — Qui concerne la force, le mouvement.