Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gewitzt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor gewitzt (Duits) in het Engels

gewitzt:

gewitzt bijvoeglijk naamwoord

  1. gewitzt (pfiffig; gescheit; clever; schlau)
    keen; sharp
    • keen bijvoeglijk naamwoord
    • sharp bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor gewitzt:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
keen clever; gescheit; gewitzt; pfiffig; schlau aufgeweckt; ausgelernt; ausgeschlafen; begehrlich; begierig; begierig auf; behende; eifrig; erpicht; fachmännisch; fähig; geistreich; gekonnt; gescheit; geschickt; geschult; gewandt; geübt; gierig; glühend; handlich; hungrig; klug; kundig; leidenschaftlich; lüstern; pfiffig; sachverständig; scharfsichtig; scharfsinnig; schlau; spitzfindig; tüchtig; verlangend; versessen auf; zugespitzt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sharp clever; gescheit; gewitzt; pfiffig; schlau aufgebracht; aufgeweckt; ausgekocht; ausgeschlafen; behende; brillant; bösartig; böse; clever; doppelzüngig; dreist; durchtrieben; eckig; erzürnt; falsch; flink; flott; gehässig; geladen; gelehrt; gemein; genial; gerieben; gerissen; gescheit; geschickt; geschliffen; gewandt; gewichst; gezahnt; geübt; glatt; heimtückisch; helle; hinterhältig; hinterlistig; hochgelehrt; intelligent; kantig; klug; listig; mit schneidender Stimme; niederträchtig; pfiffig; raffiniert; sauer; scharf; scharfschneidig; scharfsinnig; schlagfertig; schlau; schneidend; schneidig; schuftig; schurkisch; sehr böse; spitz; spitzfindig; tückisch; vernünftig; verräterisch; verschlagen; verschmitzt; verstohlen; weise; wütend; zugespitzt; ärgerlich

Synoniemen voor "gewitzt":


Wiktionary: gewitzt

gewitzt
adjective
  1. showing clever resourcefulness in practical matters

Cross Translation:
FromToVia
gewitzt wily; clever; cunning; sly; smart; crafty; sneaky artificieux — littéraire|fr péjoratif|fr Qui est plein d’artifice, de ruse.
gewitzt astute; clever; cunning; sly; smart; crafty; sneaky; wily astucieux — Qui a de l’astuce.
gewitzt devious; tricky; clever; cunning; sly; smart; crafty; sneaky; wily rusé — Qui a de la ruse, qui est plein de ruses.