Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor hager (Duits) in het Engels

hager:

hager bijvoeglijk naamwoord

  1. hager (schmächtig; spindeldürr)
    spidery; weedy; spiky
    • spidery bijvoeglijk naamwoord
    • weedy bijvoeglijk naamwoord
    • spiky bijvoeglijk naamwoord
  2. hager (schmächtig; dünn; mager; )
    thin; skinny; meagre; puny; meager
    • thin bijvoeglijk naamwoord
    • skinny bijvoeglijk naamwoord
    • meagre bijvoeglijk naamwoord, Brits
    • puny bijvoeglijk naamwoord
    • meager bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans
  3. hager (dürftig; spärlich; schmächtig; )
    poor
    • poor bijvoeglijk naamwoord
  4. hager (schmächtig; dünn; fein; )
    teneous; rarefied; rare
  5. hager (spindeldürr; dürr; knochig; knöchern)
    bony; skinny; emaciated
  6. hager (armselig; empfindlich; knapp; )
    lean; poor; shabby; flimsy; miserable; thin
    • lean bijvoeglijk naamwoord
    • poor bijvoeglijk naamwoord
    • shabby bijvoeglijk naamwoord
    • flimsy bijvoeglijk naamwoord
    • miserable bijvoeglijk naamwoord
    • thin bijvoeglijk naamwoord
  7. hager (spindeldürr; schmächtig)
    lanky; lank; weedy
    • lanky bijvoeglijk naamwoord
    • lank bijvoeglijk naamwoord
    • weedy bijvoeglijk naamwoord
  8. hager (spindeldürr; dünn; schlank)
    slim; skinny; slender
    • slim bijvoeglijk naamwoord
    • skinny bijvoeglijk naamwoord
    • slender bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor hager:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slim Abnehmen; Diät halten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lean kippen; sich lehnen; sich stützen; stützen
thin ausdünnen; dezimieren; verringern
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bony dürr; hager; knochig; knöchern; spindeldürr abgemagert; ausgemergeld; ausgezehrt; beinartig; grobknochig; grätig; knochenartig; knochig; knöchern; spindeldürr; voller Gräten
emaciated dürr; hager; knochig; knöchern; spindeldürr abgemagert; ausgemergeld; ausgezehrt; dürr; hohläugig; knochenartig; knochig; knöchern; schmächtig; spindeldürr
flimsy armselig; dürftig; empfindlich; eng; gering; geringfügig; hager; hinfällig; karg; knapp; schmächtig; schäbig; winzig; ärmlich
lank hager; schmächtig; spindeldürr gerade; glatthaarig; schlicht
lanky hager; schmächtig; spindeldürr aufgeschossen; großwüchsig; großwüchsiger; hochgewachsen; hochgewachsener; hochgewachsener Junge; schlacksig; schlacksiger; tölpelhaft; unbeholfen; ungeschickt
lean armselig; dürftig; empfindlich; eng; gering; geringfügig; hager; hinfällig; karg; knapp; schmächtig; schäbig; winzig; ärmlich
meager dünn; dürftig; gebrechlich; hager; karg; kränklich; kärglich; mager; nichtig; schmächtig armselig
meagre dünn; dürftig; gebrechlich; hager; karg; kränklich; kärglich; mager; nichtig; schmächtig armselig
miserable armselig; dürftig; empfindlich; eng; gering; geringfügig; hager; hinfällig; karg; knapp; schmächtig; schäbig; winzig; ärmlich armselig; armutig; elend; erbärmlich; jämmerlich; kläglich; miserabel; mittellos; schlecht; schlottrig; schäbig; unansehnlich; unpäßlich; verlottert; verludert; zerlumpt; ärmlich
poor armselig; dünn; dürftig; empfindlich; eng; fein; flau; gebrechlich; gedrungen; gering; geringfügig; grundlos; hager; handlich; hilflos; hinfällig; hohl; karg; klein; kläglich; knapp; kränklich; kärglich; mager; miserabel; nichtig; schadhaft; schlaff; schlapp; schlecht; schmächtig; schwach; schwächlich; schäbig; schütter; sehrklein; sparsam; spärlich; ungültig; unscheinbar; vergänglich; winzig; zerbrechlich; ärmlich; öde abgespannt; arm; armselig; armutig; bedürftig; bäuerisch; dünn; dürftig; dürr; eckig; elend; entspannt; flau; flegelhaft; gebrechlich; grob; grobschlächtig; hilflos; hinfällig; kantig; karg; kraftlos; krankhaft; kränklich; kärglich; lahm; lasch; lustlos; lästig; minderwertig; mittellos; mittelmäßig; mißlich; mäßig; nicht sehr gut; niedrig; notleidend; schal; schlacksig; schlaff; schlapp; schlecht; schlottrig; schofel; schwach; schwerfällig; schwächlich; schäbig; stelzbeinig; stümperhaft; taktlos; tapprig; tapsig; trocken; täppisch; tölpelhaft; umbequem; unansehnlich; unbedeutend; unbehaglich; unbeholfen; unbemittelt; unfruchtbar; unfähig; ungeeignet; ungehobelt; ungelenk; ungenügend; ungeschickt; ungeschlacht; unhandlich; unpassend; untauglich; untergeordnet; unzureichend; verlottert; verludert; weich; welk; wässerig; zerlumpt; zweitklassig; zweitrangig; ärmlich; öde
puny dünn; dürftig; gebrechlich; hager; karg; kränklich; kärglich; mager; nichtig; schmächtig
rare dünn; fein; gläsern; hager; schmächtig; schwach; schütter außergewöhnlich; außerordentlich; selten; seltsam; ungewöhnliche
rarefied dünn; fein; gläsern; hager; schmächtig; schwach; schütter
shabby armselig; dürftig; empfindlich; eng; gering; geringfügig; hager; hinfällig; karg; knapp; schmächtig; schäbig; winzig; ärmlich abgestanden; armselig; armutig; banal; bäuerisch; derb; dick; dumpf; dumpfig; dürftig; ekelhaft; elend; falsch; faul; fett; fettartig; fettig; garstig; gering; grob; heimtückisch; hinfällig; hinterhältig; hinterlistig; häßlich; lumpig; mittellos; obszön; platt; rüde; schal; schamlos; schlottrig; schmierig; schmuddelig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schäbig; schändlich; trivial; unansehnlich; ungeschlacht; verlottert; verludert; zerlumpt; ärmlich
skinny dünn; dürftig; dürr; gebrechlich; hager; karg; knochig; knöchern; kränklich; kärglich; mager; nichtig; schlank; schmächtig; spindeldürr ausgemergeld; knochenartig; knochig; nur noch Haut und Knochen
slender dünn; hager; schlank; spindeldürr dünn; fein; grazil; leichtgebaut; rank; schlank; schmächtig; zart; zerbrechlich; zierlich; zierlich gebaut
slim dünn; hager; schlank; spindeldürr angenehm; erfreulich; fein; herrlich; schön
spidery hager; schmächtig; spindeldürr
spiky hager; schmächtig; spindeldürr
weedy hager; schmächtig; spindeldürr
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
teneous dünn; fein; gläsern; hager; schmächtig; schwach; schütter
thin armselig; dünn; dürftig; empfindlich; eng; gebrechlich; gering; geringfügig; hager; hinfällig; karg; knapp; kränklich; kärglich; mager; nichtig; schmächtig; schäbig; winzig; ärmlich dünn; fein; grazil; leichtgebaut; rank; schlank; schmächtig; zart; zerbrechlich; zierlich; zierlich gebaut

Synoniemen voor "hager":


Wiktionary: hager

hager
adjective
  1. heute nur noch zur Beschreibung des menschlichen Körpers oder einzelner Körperteile, früher auch bei Tieren: dürr, mager, sehnig, knochig (und häufig groß gewachsen)
hager
adjective
  1. lean, angular and bony

Cross Translation:
FromToVia
hager thin; skinny; lean maigre — Qui a un manque de chair