Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal neulich

Vertaal neulich van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. neulich:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor neulich (Duits) in het Engels

neulich:

neulich bijvoeglijk naamwoord

  1. neulich (gerade; vorhin)
    just; one minute ago; even
    only
    – as recently as 1
    • only bijvoeglijk naamwoord
      • I spoke to him only an hour ago1
  2. neulich (vor kurzem; letztens; jüngst)
    recently; lately; the other day
  3. neulich
    last
    • last bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor neulich:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
last Junior; Jüngste; Leisten; Letzte; Letzten; Stift; Vorhergehende; Vorige
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
even ausbügeln; ausstreichen; bügeln; ebnen; egalisieren; florieren; flächen; funkeln; glatthobeln; glimmen; glitzern; glätten; polieren; schaben; schimmern; schleifen; schlichten; schmirgeln
last bleiben
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lately jüngst; letztens; neulich; vor kurzem
recently jüngst; letztens; neulich; vor kurzem gerade; gerade eben; kürzlich geschehen; neu; neuartig; rezent
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
even gerade; neulich; vorhin eben; egal; flach; gleich; platt; quitt sein; sogar
just gerade; neulich; vorhin aufrichtig; bloß; einfach; genau; gerade; gerade eben; gerade noch; haargenau; haarscharf; hart; korrekt; kurzerhand; kurzweg; nur; rechtschaffen; richtig
last neulich Hintergestellte; hintere; letzt; letzte; letztgenannte; vorig
one minute ago gerade; neulich; vorhin
only gerade; neulich; vorhin aber; allein; allerdings; bloß; doch; nur
the other day jüngst; letztens; neulich; vor kurzem

Synoniemen voor "neulich":


Wiktionary: neulich

neulich
adverb
  1. vor nicht langer Zeit; vor Kurzem
neulich







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0578 seconde
Page rendered in 1.0 seconds