Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. positiv:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor positiv (Duits) in het Engels

positiv:

positiv bijvoeglijk naamwoord

  1. positiv
    surplus

Vertaal Matrix voor positiv:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
surplus Auswuchs; Rest; Restbestand; Reste; Surplus; Zuviel; im reichlichen Maße; Überfluß; Übermaß; Überrest; Überschuß; Überschüsse
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
surplus positiv unnütz; überflüssig; überzählig

Synoniemen voor "positiv":


Wiktionary: positiv

positiv positiv
adjective
  1. being positive rather than negative or zero
  2. definitely laid down

Cross Translation:
FromToVia
positiv positive positiefwelwillend, gunstig
positiv positive; affirmative positif — Qui est certain, constant, sûr.
positiv positive positif — Physique
positiv positive strictement positif — (mathématiques) plus de zéro.

Verwante vertalingen van positiv