Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. verpassen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor verpassen (Duits) in het Engels

verpassen:

verpassen werkwoord (verpasse, verpasst, verpasste, verpasstet, verpaßt)

  1. verpassen (verfehlen; einschießen)
    to miss; to overlook
    • miss werkwoord (misses, missed, missing)
    • overlook werkwoord (overlooks, overlooked, overlooking)

Conjugations for verpassen:

Präsens
  1. verpasse
  2. verpasst
  3. verpasst
  4. verpassen
  5. verpasst
  6. verpassen
Imperfekt
  1. verpasste
  2. verpasstest
  3. verpasste
  4. verpassten
  5. verpasstet
  6. verpassten
Perfekt
  1. habe verpaßt
  2. hast verpaßt
  3. hat verpaßt
  4. haben verpaßt
  5. habt verpaßt
  6. haben verpaßt
1. Konjunktiv [1]
  1. verpasse
  2. verpassest
  3. verpasse
  4. verpassen
  5. verpasset
  6. verpassen
2. Konjunktiv
  1. verpassete
  2. verpassetest
  3. verpassete
  4. verpasseten
  5. verpassetet
  6. verpasseten
Futur 1
  1. werde verpassen
  2. wirst verpassen
  3. wird verpassen
  4. werden verpassen
  5. werdet verpassen
  6. werden verpassen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verpassen
  2. würdest verpassen
  3. würde verpassen
  4. würden verpassen
  5. würdet verpassen
  6. würden verpassen
Diverses
  1. verpass!
  2. verpasst!
  3. verpassen Sie!
  4. verpaßt
  5. verpassend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verpassen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
miss Auslassung; Fehler; Fehlgriff; Fehlschlag; Fehlschuß; Fräulein; Irrtum; Lehrerin; Mißerfolg; Mißgriff; Verfehlung; Versehen; jungeFrau
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
miss einschießen; verfehlen; verpassen fehlwerfen; vermissen; vorbei werfen; vorbeisehen
overlook einschießen; verfehlen; verpassen vorbeisehen; übersehen

Synoniemen voor "verpassen":


Wiktionary: verpassen

verpassen
verb
  1. ein Ereignis nicht miterleben
    • verpassenmiss
  2. ein Ziel nicht treffen
    • verpassenmiss
  3. eine Möglichkeit nicht umsetzen
    • verpassenmiss
  4. (ein Treffen) nicht zu Stande kommen
    • verpassenmiss
verpassen
verb
  1. to miss something that should not be missed
  2. to be late for something
  3. to fail to attend

Cross Translation:
FromToVia
verpassen miss missen — niet raken, niet treffen
verpassen miss mislopen — niet op de juiste tijd op de juiste plaats zijn om iets mee te maken
verpassen leave out; omit; overlook; skip; miss omettremanquer, soit volontairement, soit involontairement, à faire ou à dire ce qu’on pouvait, ce qu’on devait faire ou dire.
verpassen miss rater — Ne pas réussir dans...