Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. wider'rufen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor wider'rufen (Duits) in het Engels

wider'rufen:

wider'rufen werkwoord

  1. wider'rufen (annullieren; aufheben)
    to neutralize; to cancel; to undo; to unhitch; to unpick; to neutralise
    • neutralize werkwoord, Amerikaans (neutralizes, neutralized, neutralizing)
    • cancel werkwoord (cancels, canceled, canceling)
    • undo werkwoord (undoes, undid, undoing)
    • unhitch werkwoord (unhitches, unhitched, unhitching)
    • unpick werkwoord (unpicks, unpicked, unpicking)
    • neutralise werkwoord, Brits

Vertaal Matrix voor wider'rufen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
undo Rollbackphase
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cancel annullieren; aufheben; wider'rufen Auswahl aufheben; abbestellen; abblasen; abbrechen; absagen; anbsetzen; annulieren; annullieren; aufheben; durchstreichen; einstellen; rückgängig machen; stornieren; streichen; tilgen; widerrufen
neutralise annullieren; aufheben; wider'rufen neutralisieren
neutralize annullieren; aufheben; wider'rufen neutralisieren
undo annullieren; aufheben; wider'rufen abbestellen; abkoppeln; absagen; annulieren; annullieren; aufbekommen; aufbinden; aufdröseln; aufhaken; aufheben; aufknoten; aufknöpfen; aufknüpfen; aufmachen; auseinanderfasern; ausfransen; ausfädeln; ausheben; ausholen; ausnehmen; entknoten; entwirren; herausnehmen; losbekommen; loshaken; loskriegen; lösen; rückgängig machen; tilgen; widerrufen; zurückdrehen; öffnen
unhitch annullieren; aufheben; wider'rufen abkoppeln; aufbinden; aufhaken; aufknoten; aufknöpfen; aufknüpfen; entknoten; loshaken; lösen; rückgängig machen; tilgen; zurückdrehen
unpick annullieren; aufheben; wider'rufen abhängen; abkoppeln; abtrennen; andrehen; aufbinden; aufhaken; aufknoten; aufknöpfen; aufknüpfen; auflösen; aufmachen; auftrennen; ausfädeln; ausheben; aushecken; ausholen; ausmisten; ausnehmen; entknoten; herausnehmen; lockern; loshaken; loskoppeln; loslösen; losmachen; losziehen; lösen; rückgängig machen; tilgen; treiben; zurückdrehen