Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Entführer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Entführer (Duits) in het Engels

Entführer:

Entführer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Entführer (Geiselnehmer; Geisel; Kaper; Korsar)
    the kidnapper; the hijacker; the hostage taker

Vertaal Matrix voor Entführer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hijacker Entführer; Geisel; Geiselnehmer; Kaper; Kidnapper; Korsar Geiselnehmer
hostage taker Entführer; Geisel; Geiselnehmer; Kaper; Kidnapper; Korsar
kidnapper Entführer; Geisel; Geiselnehmer; Kaper; Kidnapper; Korsar Kinderentführer

Synoniemen voor "Entführer":


Wiktionary: Entführer

Entführer
noun
  1. one who performs kidnap
  2. kidnapper

Cross Translation:
FromToVia
Entführer kidnaper; kidnapper kidnapper — iemand die mensen kidnapt of ontvoert
Entführer kidnapper ravisseur — Kidnappeur