Duits

Uitgebreide vertaling voor Fluch (Duits) in het Engels

Fluch:

Fluch [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Fluch (Verwünschung; Verfluchung; Bannfluch)
    the curse; the anathema; the malediction; the imprecation; the swear-word

Vertaal Matrix voor Fluch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anathema Bannfluch; Fluch; Verfluchung; Verwünschung
curse Bannfluch; Fluch; Verfluchung; Verwünschung
imprecation Bannfluch; Fluch; Verfluchung; Verwünschung
malediction Bannfluch; Fluch; Verfluchung; Verwünschung
swear-word Bannfluch; Fluch; Verfluchung; Verwünschung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
curse fluchen; verdammen; verfluchen; verwünschen

Synoniemen voor "Fluch":


Wiktionary: Fluch

Fluch
noun
  1. (im Zorn) gesagte Verwünschung
Fluch
noun
  1. profanity
  2. curse
  3. a curse
  4. an evil spell or curse
  5. An act or instance of cursing
  6. supernatural detriment
  7. imprecation
  8. obscene, lewd or abusive language
  9. impolite or offensive taboo word

Cross Translation:
FromToVia
Fluch anathema; ban; excommunication anathème — (christianisme) sentence de malédiction qui retrancher de la communion de l’Église.
Fluch curse; swear; curse word; dirty word; swear word juronexclamation de colère ou de surprise n’ayant généralement pas de destinataire particulier.
Fluch malediction; curse malédiction — Action de maudire, résultat de cette action (1)