Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Hamburg:
  2. Wiktionary:
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. Hamburg:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hamburg (Duits) in het Engels

Hamburg:

Hamburg

  1. Hamburg
    the Hamburg
    • Hamburg [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hamburg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hamburg Hamburg

Synoniemen voor "Hamburg":


Wiktionary: Hamburg

Hamburg
noun
  1. Stadt in Deutschland, Freie und Hansestadt
Hamburg
proper noun
  1. state
  2. city



Engels

Uitgebreide vertaling voor Hamburg (Engels) in het Duits

hamburg:


Synoniemen voor "hamburg":


Wiktionary: hamburg

hamburg
noun
  1. belegtes Brot oder Brötchen; bekanntes, weltweit verbreitetes Fastfood-Gericht

Cross Translation:
FromToVia
hamburg Hamburger Huhn poule de Hambourg — (term, zootechnie) race de poules, originaires des Pays-Bas, de taille assez petite ou naine, à crête perlée, allongée en arrière.

Hamburg:

Hamburg [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the Hamburg

Vertaal Matrix voor Hamburg:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hamburg Hamburg

Verwante definities voor "Hamburg":

  1. a port city in northern Germany on the Elbe River that was founded by Charlemagne in the 9th century and is today the largest port in Germany; in 1241 it formed an alliance with Lubeck that became the basis for the Hanseatic League1

Wiktionary: Hamburg

Hamburg
proper noun
  1. state
  2. city
Hamburg
noun
  1. Stadt in Deutschland, Freie und Hansestadt