Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Informatiker:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Informatiker (Duits) in het Engels

Informatiker:

Informatiker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Informatiker
    the informatician

Vertaal Matrix voor Informatiker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
informatician Informatiker

Wiktionary: Informatiker

Informatiker
noun
  1. jemand, der sich beruflich oder wissenschaftlich mit Informatik beschäftigt
Informatiker
noun
  1. practitioner of informatics
  2. one who studies or practises computer science

Cross Translation:
FromToVia
Informatiker computer scientist informaticus — beoefenaar van de informatica
Informatiker computer specialist; IT specialist informaticien — info|fr Nom générique donné aux professionnels travailler à l'étude des ordinateurs, de leurs systèmes d'exploitation, des systèmes de communication entre ordinateurs, des appareils fixes ou mobiles utilisant des programmes, et des logiciels qui les équipent.