Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Kreditwürdigkeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kreditwürdigkeit (Duits) in het Engels

Kreditwürdigkeit:

Kreditwürdigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Kreditwürdigkeit
    the creditworthiness; the solvency

Vertaal Matrix voor Kreditwürdigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
creditworthiness Kreditwürdigkeit
solvency Kreditwürdigkeit Liquidität; Solvenz; Zahlungsfähigkeit

Synoniemen voor "Kreditwürdigkeit":

  • Bonität

Wiktionary: Kreditwürdigkeit

Kreditwürdigkeit
noun
  1. Wirtschaft: Fähigkeit einer Einzelperson oder Institution, einen aufgenommenen Kredit zurückzahlen zu können
Kreditwürdigkeit
noun
  1. person's creditworthiness
  2. one's credit rating