Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Leere:
  2. leeren:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Leere (Duits) in het Engels

Leere:

Leere [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Leere (Lücke; Mangel; Manko)
    the lacuna; the hiatus; the void; the gap; the blank
    • lacuna [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hiatus [the ~] zelfstandig naamwoord
    • void [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blank [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Leere (Leerheit; Öde)
    the emptiness; the void; the blank
    • emptiness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • void [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blank [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Leere:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blank Leere; Leerheit; Lücke; Mangel; Manko; Öde Formular; Hiatus
emptiness Leere; Leerheit; Öde
gap Leere; Lücke; Mangel; Manko Einschnitt; Ermangelung; Falz; Furche; Hiatus; Hinfälligkeit; Interim; Kerbe; Kränklichkeit; Mangel; Manko; Riß; Schlitz; Schwachheit; Schwäche; Spalte; Unterbrechung; Zwischenraum; Zwischenzeit
hiatus Leere; Lücke; Mangel; Manko Hiatus
lacuna Leere; Lücke; Mangel; Manko Hiatus
void Leere; Leerheit; Lücke; Mangel; Manko; Öde Hohlraum; Vakuum
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
void stornieren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blank ausdruckslos; blanko; blaß; bleich; entsetzt; erstaunt; geistlos; hohl; inhaltslos; leer; nicht eingefüllt; ohne Aufgabe; ohne Auftrag; sprachlos; unausgefüllt; unbeschrieben; unlackiert; verblüfft; weiß
void minimal; nichtig; ungültig

Synoniemen voor "Leere":


Wiktionary: Leere

Leere
noun
  1. void; emptiness
  2. the state or feeling of being empty
  3. An empty space; a vacuum

Cross Translation:
FromToVia
Leere vagueness; void vague — Grand espace vide...
Leere void; empty; emptiness; vacuum videespace vide.

leeren:

leeren werkwoord (leere, leerst, leert, leerte, leertet, geleert)

  1. leeren (ausleeren; entleeren; ausräumen; herausnehmen; ausheben)
    to empty; remove what is inside; make empty; to clear
  2. leeren (austrinken; leer trinken)
    to empty; to drink; to finish; drink up
    • empty werkwoord (empties, emptied, emptying)
    • drink werkwoord (drinks, drank, drinking)
    • finish werkwoord (finishes, finished, finishing)
    • drink up werkwoord

Conjugations for leeren:

Präsens
  1. leere
  2. leerst
  3. leert
  4. leeren
  5. leert
  6. leeren
Imperfekt
  1. leerte
  2. leertest
  3. leerte
  4. leerten
  5. leertet
  6. leerten
Perfekt
  1. habe geleert
  2. hast geleert
  3. hat geleert
  4. haben geleert
  5. habt geleert
  6. haben geleert
1. Konjunktiv [1]
  1. leere
  2. leerest
  3. leere
  4. leeren
  5. leeret
  6. leeren
2. Konjunktiv
  1. leerte
  2. leertest
  3. leerte
  4. leerten
  5. leertet
  6. leerten
Futur 1
  1. werde leeren
  2. wirst leeren
  3. wird leeren
  4. werden leeren
  5. werdet leeren
  6. werden leeren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde leeren
  2. würdest leeren
  3. würde leeren
  4. würden leeren
  5. würdet leeren
  6. würden leeren
Diverses
  1. leer!
  2. leert!
  3. leeren Sie!
  4. geleert
  5. leerend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor leeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drink Alkohol; Gebräu; Schluck; Schnaps; Spirituose; Spirituosen; Sprit; Zug
finish Abkriegen; Ausarbeitung; Ausführung; Ausreden; Aussprechen; Aussprechen zum Ende; Beenden; Ende; Finier; Finish; Schluß; Ziel; Ziellinie
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clear ausheben; ausleeren; ausräumen; entleeren; herausnehmen; leeren Auswahl aufheben; Bagage einklarieren; abblenden; abdecken; abmontieren; abnehmen; abräumen; abschirmen; abziehen; anstellen; aufhellen; aufklären; aufräumen; aus dem Weg räumen; ausmisten; ausnehmen; ausräumen; ausverkaufen; befreien; beheben; benehmen; beseitigen; blenden; deaktivieren; decken; egalisieren; einklarieren; einräumen; entbinden; enteignen; entheben; entlassen; entleeren; entnehmen; erleichtern; erlöschen; erlösen; fallen; freigeben; freilassen; freimachen; freiplädieren; freisprach fragen; freisprechen; herausnehmen; klarwerden; leermachen; löschen; putzen; reinigen; reinmachen; räumen; saubermachen; schaukeln; schwinden; sinken; säubern; verfallen; verrechnen; wegräumen
drink austrinken; leer trinken; leeren Alhohol trinken; Schnapstrinken; saufen; sich besaufen; trinken
drink up austrinken; leer trinken; leeren
empty ausheben; ausleeren; ausräumen; austrinken; entleeren; herausnehmen; leer trinken; leeren Wasser abführen; Wasser ableiten; abräumen; aus dem Weg räumen; ausgießen; ausleeren; ausmisten; ausnehmen; auspressen; ausräumen; ausscheiden; ausschütten; ausstoßen; einleiten; entleeren; herausnehmen; leermachen; plündern; räumen
finish austrinken; leer trinken; leeren abbrechen; ablaufen; abmachen; abschließen; anhalten; aufbessern; aufessen; aufhören; aufmachen; aufzehren; ausbauen; ausbekommen; ausbessern; auskriegen; ausmisten; ausnehmen; ausräumen; ausspielen; aussprechen; austragen; beenden; benutzen; berichtigen; beschließen; bestimmen; dekorieren; enden; entscheiden; ergänzen; erledigen; essen; feinmachen; fertig bringen; fertigbringen; fertigkriegen; fertigmachen; fertigstellen; festlegen; festsetzen; garnieren; gestalten; halten; herausnehmen; in Ordnung bringen; klären; komplettieren; konsumieren; leermachen; perfektionieren; schließen; speisen; verbrauchen; vereinbaren; verspeisen; vervollkommnen; vervollständigen; verzehren; verzieren; vollbringen; vollenden; zieren; zu Ende laufen; zu Ende spielen; zuendespielen
make empty ausheben; ausleeren; ausräumen; entleeren; herausnehmen; leeren
remove what is inside ausheben; ausleeren; ausräumen; entleeren; herausnehmen; leeren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
empty blanko; frei; geistlos; hohl; inhaltslos; ledig; leer; nichtssagend; offen; ohne Inhalt; unausgefüllt; unbesetzt; vergänglich; zeitlich
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clear anschaulich; aufschlußreich; aus; ausgelassen; beendet; begeistert; begreiflich; bereit; das ist klar wie Klosbrühe; derb; deutlich; durchscheinend; durchsichtig; eindeutig; einleuchtend; einsatzbereit; erkennbar; erledigt; farblos; faßlich; fertig; fröhlich; ganz offensichtlich; geradlinig; geschafft; glasartig; glashell; glasig; gläsern; heiter; hell; hellklingend; kerzengerade; klar; klar wie Klosbrühe; leer; lustig; munter; offensichtlich; ohne Aufgabe; ohne Auftrag; parat; schnurgerade; sicher; sichtbar; sonnenklar; transparent; unbewölkt; ungefärbt; unverkennbar; vernehmbar; vernehmlich; verständlich; vollendet; wolkenlos; übersichtlich

Synoniemen voor "leeren":


Wiktionary: leeren

leeren
verb
  1. (transitiv) leer machen durch Verbrauch des Inhalts oder um diesen zu verwenden
  2. (reflexiv) sich leeren: leer werden
leeren
verb
  1. to make empty
  2. to empty or unload
  3. (medicine) to empty

Cross Translation:
FromToVia
leeren empty ledigen — de inhoud volledig verwijderen