Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Passepartout:
  2. Wiktionary:
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. passe-partout:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Passepartout (Duits) in het Engels

Passepartout:

Passepartout [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Passepartout (Dauerkarte; Hauptschlüssel)
    the passe-partout

Vertaal Matrix voor Passepartout:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
passe-partout Dauerkarte; Hauptschlüssel; Passepartout

Synoniemen voor "Passepartout":


Wiktionary: Passepartout

Passepartout
noun
  1. Generalschlüssel, der sofort und überall in alle Schlösser passt
Passepartout
noun
  1. a key that opens a set of several locks



Engels

Uitgebreide vertaling voor Passepartout (Engels) in het Duits

passe-partout:

passe-partout [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the passe-partout
    die Dauerkarte; der Hauptschlüssel; Passepartout

Vertaal Matrix voor passe-partout:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Dauerkarte passe-partout annual commutation ticket; annual season ticket
Hauptschlüssel passe-partout master key
Passepartout passe-partout
- master; master key; passkey

Synoniemen voor "passe-partout":


Verwante definities voor "passe-partout":

  1. a mounting for a picture using gummed tape1
  2. key that secures entrance everywhere1