Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Abbezahlen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor abbezahlen (Duits) in het Engels

abbezahlen:


Synoniemen voor "abbezahlen":


Wiktionary: abbezahlen

abbezahlen
verb
  1. -

Abbezahlen:

Abbezahlen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abbezahlen
    the redeem; the paying off; the paying for

Vertaal Matrix voor Abbezahlen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
paying for Abbezahlen
paying off Abbezahlen Abtragen; Abzahlen; Begleichung; Beibezahlen; Schuld begleichen; Zahlen; Zahlung; Zubezahlen
redeem Abbezahlen Ausgleichen; Gutmachen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
redeem befreien; entbinden; entheben; entsetzen; erlösen; freikaufen; in Ordnung bringen; instandsetzen; loskaufen; reparieren; tilgen; von Belagerern befreien; wiederherstellen