Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
-
hinauszögern:
-
Wiktionary:
hinauszögern → prolong -
Synoniemen voor "hinauszögern":
aufschieben; retardieren; verzögern; zurückhalten
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor hinauszögern (Duits) in het Engels
hinauszögern: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- hinaus: out
- zögern: procrastinate; question; put off; vacillate; be indecised; delay; hesitate; doubt; defer; deter; linger; waver; tarry; brood over; stay; stay the same; retard; slow down; slacken; drag out; temporize; temporise; reluctantly; wavering; hesitating; dilatory; hesitatingly; hang around; hang about; waffle; loiter; dawdle
- Zögern: indecision; irresolution; doubt; hesitation; hesitancy; shilly-shallying; hitch
- zügern: delay; procrastinate; linger; retard; put off; saunter; tarry; dawdle
hinauszögern:
Synoniemen voor "hinauszögern":
Wiktionary: hinauszögern
hinauszögern
verb
-
to lengthen temporally; to put off to a distant time; to postpone