Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. nahrhaft:
  2. Nahrhaft:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor nahrhaft (Duits) in het Engels

nahrhaft:

nahrhaft bijvoeglijk naamwoord

  1. nahrhaft
    nutritious; nourishing; nutritive; nutrient

Vertaal Matrix voor nahrhaft:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nourishing Hegen und pflegen; Nahrhaft; Nähren; Verhätscheln
nutrient Nahrungsstoff
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nourishing nahrhaft
nutrient nahrhaft
nutritious nahrhaft
nutritive nahrhaft

Synoniemen voor "nahrhaft":

  • gehaltvoll; nährstoffreich; reichhaltig

Wiktionary: nahrhaft

nahrhaft
adjective
  1. für die Nahrung, die Ernährung geeignet
nahrhaft
adjective
  1. providing nutrients

Cross Translation:
FromToVia
nahrhaft alimentary alimentair — met betrekking tot de voeding

Nahrhaft:

Nahrhaft [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Nahrhaft (Nähren)
    the feeding; the foraging; the foddering; the nourishing

Vertaal Matrix voor Nahrhaft:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feeding Nahrhaft; Nähren Abffüttern; Auffressen; Ernährung; Essen; Fressen; Futter; Füttern; Fütterung; Kost; Nahrung; Verpflegung
foddering Nahrhaft; Nähren Füttern
foraging Nahrhaft; Nähren Füttern
nourishing Nahrhaft; Nähren Hegen und pflegen; Verhätscheln
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nourishing nahrhaft