Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. schnäuzen:
    • Wiktionary:
      schnäuzen → sonarse
      schnäuzen → sonarse
    • Synoniemen voor "schnauzen":
      fluchen; motzen; schimpfen; Unmut äußern; zetern; Zorn äußern


Duits

Uitgebreide vertaling voor schnäuzen (Duits) in het Spaans

schnauzen:


Synoniemen voor "schnauzen":



Wiktionary: schnäuzen

schnäuzen
verb
  1. sich die Nase putzen; Nasensekret aus der Nase blasen

Cross Translation:
FromToVia
schnäuzen sonarse ↔ blow one's nose — to expel mucus from nose
schnäuzen sonarse snuiten — door beurtelings de neus samen te knijpen en door de neus te blazen slijm uit de neusholte verwijderen