Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. vibrierend:
  2. vibrieren:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor vibrierend (Duits) in het Spaans

vibrierend:

vibrierend bijvoeglijk naamwoord

  1. vibrierend (bebend; zitterend)
    temblando; tiritando; vibrando

Vertaal Matrix voor vibrierend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
temblando bebend; vibrierend; zitterend bebend; zitterend
tiritando bebend; vibrierend; zitterend bebend; zitterend
vibrando bebend; vibrierend; zitterend bebend; zitterend

Wiktionary: vibrierend


Cross Translation:
FromToVia
vibrierend vibrante vibrant — Vibrating, resonant or resounding

vibrieren:

vibrieren werkwoord (vibriere, vibrierst, vibriert, vibrierte, vibriertet, vibriert)

  1. vibrieren (zittern; zucken)
    tremolar; temblar; vibrar
  2. vibrieren (hin und her bewegen; stoßen; erschüttern; beben)
    temblar; tiritar
  3. vibrieren (frösteln; zittern; beben; bibbern; zucken)
    temblar
  4. vibrieren (zittern; beben; zucken; flimmern)

Conjugations for vibrieren:

Präsens
  1. vibriere
  2. vibrierst
  3. vibriert
  4. vibrieren
  5. vibriert
  6. vibrieren
Imperfekt
  1. vibrierte
  2. vibriertest
  3. vibrierte
  4. vibrierten
  5. vibriertet
  6. vibrierten
Perfekt
  1. habe vibriert
  2. hast vibriert
  3. hat vibriert
  4. haben vibriert
  5. habt vibriert
  6. haben vibriert
1. Konjunktiv [1]
  1. vibriere
  2. vibrierest
  3. vibriere
  4. vibrieren
  5. vibrieret
  6. vibrieren
2. Konjunktiv
  1. vibrierte
  2. vibriertest
  3. vibrierte
  4. vibrierten
  5. vibriertet
  6. vibrierten
Futur 1
  1. werde vibrieren
  2. wirst vibrieren
  3. wird vibrieren
  4. werden vibrieren
  5. werdet vibrieren
  6. werden vibrieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde vibrieren
  2. würdest vibrieren
  3. würde vibrieren
  4. würden vibrieren
  5. würdet vibrieren
  6. würden vibrieren
Diverses
  1. vibrier!
  2. vibriert!
  3. vibrieren Sie!
  4. vibriert
  5. vibrierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor vibrieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
temblar Beben; Erschütterung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
estremecerse beben; flimmern; vibrieren; zittern; zucken grausen; sich grausen; sich gruseln
temblar beben; bibbern; erschüttern; frösteln; hin und her bewegen; stoßen; vibrieren; zittern; zucken durchzucken; schwabbeln
tiritar beben; erschüttern; hin und her bewegen; stoßen; vibrieren grausen; sich grausen; sich gruseln
tremolar vibrieren; zittern; zucken
vibrar vibrieren; zittern; zucken schwabbeln

Wiktionary: vibrieren

vibrieren
verb
  1. schwingen, zittern

Cross Translation:
FromToVia
vibrieren rehilar; vibrar trillen — snel heen een weer bewegen
vibrieren vibrar vibrate — move with small movements rapidly
vibrieren vibrar vibrer — Faire des vibrations