Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. ausruhen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ausruhen (Duits) in het Spaans

ausruhen:

ausruhen werkwoord

  1. ausruhen (sich ausruhen; ruhen; sich erholen; pausieren)
    descansar; reposar

Vertaal Matrix voor ausruhen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
descansar ausruhen; pausieren; ruhen; sich ausruhen; sich erholen eine Pause machen; pausieren
reposar ausruhen; pausieren; ruhen; sich ausruhen; sich erholen

Synoniemen voor "ausruhen":


Wiktionary: ausruhen

ausruhen
verb
  1. sich ausruhen ((reflexiv)): sich erholen, entspannen
  2. veraltend: von etwas ausruhen ((intransitiv)): sich (nach einer Anstrengung) erholen, entspannen

Cross Translation:
FromToVia
ausruhen descansar reposer — Cesser de travailler, d’agir, d’être en mouvement, pour faire disparaître la fatigue.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van ausruhen