Duits
Uitgebreide vertaling voor niederholen (Duits) in het Spaans
niederholen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- nieder: inferior
- holen: tomar; coger; ganar; aprobar; adquirir; obtener; buscar; recoger; recoger y llevar consigo; deber; prestar; extraer; sacar de; tomar de; dejar prestado; dar; repartir; extender; desplegar; dividir; distribuir; esparcir; alcanzar; triunfar; respirar; aspirar; inhalar; traer algo; buscar algo; ir a buscar algo; fumar inhalando
Spelling Suggesties voor: niederholen
- Searching for suggestions...
Wiktionary: niederholen
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • niederholen | → arriar | ↔ strijken — iets laten zakken |
| • niederholen | → abajar; bajar | ↔ neerlaten — laten zakken |
Computer vertaling door derden:
Spaans
Suggesties voor niederholen in het Spaans
Spelling Suggesties voor: niederholen
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: