Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
-
abringen:
Het woord abringen is bekend in onze database, echter hebben wij hiervoor nog geen vertaling van duits naar spaans.-
Synoniemen voor "abringen":
abjagen; abknapsen; abknöpfen; abluchsen; abnehmen; abräumen; abzwacken; aneignen; das Wasser abgraben; entreißen; entwenden; entziehen; fortnehmen; herunternehmen; mitnehmen; wegnehmen; wegschnappen
-
Synoniemen voor "abringen":
Duits
Uitgebreide vertaling voor abringen (Duits) in het Spaans
abringen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Abriß: romper; descomponer; fraccionar; demolición; derribos; plano; mapa; resumen; síntesis; esbozo; croquis; sinopsis; compendio; bosquejo; resumen de la situación; dibujo en boceto; esbozo de la situación; mapa de la ciudad; plan fundamental; piso; nivel; altura; propósito; llano; norma; estándar; gradación; derribo; desmontaje; desarmaje
- NGen: generación de imágenes nativas; NGen
Spelling Suggesties voor: abringen
abringen:
Synoniemen voor "abringen":
Computer vertaling door derden:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor abringen (Spaans) in het Duits
abringen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- abrir: vorstellen; einleiten; einführen; hinführen; hereinführen; aufschlagen; aufschließen; entriegeln; veröffentlichen; freigeben; einläuten; anschneiden; aufwerfen; Gespräch anknöpfen; Zur Sprache bringen; eröffnen; öffnen; festlegen; prellen; begrenzen; abgrenzen; abstecken; umzäunen; einzäunen; trassieren; einhegen; übervorteilen; neppen; abzäunen; aufklappen; aufziehen; Öffnen; Aufmachen; treiben; lösen; auflösen; lockern; aufmachen; abhängen; abtrennen; ausholen; andrehen; losziehen; loslösen; aushecken; ausmisten; auftrennen; losmachen; abkoppeln; ausfädeln; loshaken; loskoppeln; bloßlegen; aufknoten; abbrechen; aufteilen; aufbrechen; aufschieben; aufbringen; aufreißen; entfesseln; aufsperren; aufstoßen; losschlagen; auseinandernehmen; dekodieren; entehen
- NGen: Generieren systemeigener Abbilder; NGen
- abrirse: aufmachen; aufdrehen; aufschrauben; losdrehen; losschrauben; veröffentlichen; aufgehen; freigeben; sich öffnen; gefallen; passen; schmecken; taugen; konvenieren; geschikt sein; auffliegen; ausschlüpfen
Spelling Suggesties voor: abringen
Computer vertaling door derden: